Och hoe weinigen zijn er overgebleven! What e ragmoones (ellende). Ik heb gehoord dat de Duitsers 35 jodenfamilies hebben weggevoerd uit Appingedam, dus allicht een 150 zielen, waarvan niemand is teruggekeerd (in werkelijkheid zijn 78 Joden omgebracht in concentratiekampen) en dat er nog maar 6 Joden wonen,waarvan slechts één Damster en wel een dochter van Bernard de Vries.
Die zijn zeker alle zes ondergedoken geweest?
En ’n Daam haar zökke nuvere Jeuden!
Als ik alleen maar eens noem de gebroeders de Vries: Leon, Hartog, Jacob, Bernard, Joost en Meijer en Essie en dan de familie Kroon en Hartog, Abraham en Leen van der Klei. Allemaal mensen om respect voor te hebben! Ze zullen allen wel bij hun voorvaderen verzameld zijn vóór de razzia begon?
Ik hoop het en roep hen allen een eerbiedig “Hole besjolem” (Vrede zij hen) toe.
Maar ook de vermoorden!

 

Wat is het zaterdagsbeeld veranderd in Appingedam en in alle plaatsen waar ze voorheen nog al tamelijk vertegenwoordigd zijn geweest! Men ziet ze dan veel op straat in hun mooiste kleren en meestal met hun hele familie, de vrouwen veelal pronkende met zijden japon!
En wat hebben de weekmarkten een geheel ander aspect gekregen door de afwezigheid van Joden!

 

Maar vóór ik over de “Damster Jeuden” begin, eerst een beschouwing over de karaktereigenschappen van de Joden in het algemeen. En dan moet ik constateren, dat ze geen goede pers hebben, veelal ten onrechte!

Vergeet niet, dat de Joden al eeuwen vervolgd, geterroriseerd en bespot zijn omdat ze hun gewoonten, hun saamhorigheid en hun geloof hebben geprobeerd te behouden met een hardnekkigheid die eerbied afdwingt. Daardoor hebben ze als ieder verdrukt volk, allerlei slimmigheden moeten leren om onder de verdrukking uit te komen.
Wanneer een Jood iets doet wat volgens de volksovertuiging niet door de beugel kan, dan valt dat meer op dan wanneer anderen dat doen.
Heyermans laat in een van zijn werken de Jood Zeelik zeggen: Jodenmensen moeten geen risjes (ruzie of drukte) maken, want de lui zeggen direct: “Zie je wel, daar hé je weer een Jood!”

 

’t Gaat er mee als met de “Fijnen”. Als een “Fijne”een gemene streek uithaalt, zegt het publiek heel gauw: “Natuurlijk, dat is weer een streek van een “Fijne”, alsof bij zo iemand zoiets gewoon is. Nee, het is enkel het gevolg van het feit, dat men van zo iemand niet verwacht dat hij iets doet wat in strijd is met zijn geloofsovertuiging.

 

Allerminst kan men dus zeggen, dat onder de Joden meer slechte mensen zijn dan onder Christenen. Zo kan men ook niet zeggen dat onder de zgn. “Fijnen” van de Christenen zoveel meer slechte mensen zijn dan onder de andere Christenen.

 

Ik heb vroeger een zeer religieuze Rooms Katholieke kandidaat notaris gehad die is gaan werken bij een Israëlitische notaris in Amsterdam. Wanneer hij daar enige tijd is en ik hem weer ontmoet, vraag ik hem: “Heb je al “Loasjen Hakonisch” (Hebreeuws) geleerd?”
En zijn antwoord is:” Neen meneer dat heb ik niet geleerd, maar wel, dat je onder de Joden dikwijls meer echte Christenen vindt dan onder Katholieken en Protestanten!” Die zit!
Met trots kan ik zeggen dat een van mijn beste vrienden destijds notaris Hendrik Wertheim uit Amsterdam is, van wie ik veel geleerd heb.

 

Het is waar: Joden hebben iets over zich wat voor ons Christenen minder sympathiek lijkt als gevolg van hetgeen ik zoeven naar voren heb gebracht, doch hebben wij Christenen ons wel eens afgevraagd of wij ook iets over ons hebben dat voor de Joden minder sympathiek overkomt?

Al in de bijbel lezen we dat het een moeilijk te regeren volk is, steeds murmerend en in opstand komend. Deze eigenschappen heeft het volk behouden. De gevaarlijkste communisten in Nederland zijn vaak Joden geweest. Hinderlijk is soms hun aan brutaliteit grenzende vrijmoedigheid en onbescheiden nieuwsgierigheid.
In reisvervoermiddelen zijn ze vaak onhebbelijk door hun luide en dikwijls minder gepaste gesprekken, de overtredingen van het rookverbod en allerlei handelingen waarmee ze hun medereizigers hinderen. Toch hebben ze ook weer eigenschappen die je sympathiek en vermakelijk kunt vinden. Hun zin voor humor, hun gevatheid en opgewektheid zijn tekenend.


En hun familiezin en opvatting van het gezinsleven zijn sympathiek. Met wat een zorg en gehechtheid wordt een oude vader of moeder door hen gekoesterd. Als een Jood kracht bij de bewering zet, zegt hij: “Bij de geskondheid van mijn oude vader verklaar ik dat………”


Dat ze er voor niet-Joden een andere soort eerlijkheid op na houden dan voor hun geloofsgenoten (waarvoor vooral in Duitsland propaganda gemaakt is) kan volgens mij veilig naar het rijk der fabelen verwezen worden.
Men ziet zelden een Jood rijk worden.Waarom? Ze zijn te ongeduldig en willen snel rijk zijn, maar ook: ze zijn te veel gesteld op lekker eten en drinken, op mooi gekleed gaan en op speculeren.
Ik heb eens aan Levie Muller, de paardeslachter te Appingedam, gevraagd: “Waarom verknoeien jelui Joden toch zoveel geld aan ’t deelnemen in loterijen?” Hij antwoordt mij met de wedervraag: “Waarom zou je het geluk niet eens nalopen, als het geluk het zelf niet doet?”


Ze wanen zich snel rijk wanneer ze een beetje meer geld in handen hebben dan gewoonlijk.
Jaan van Pruussen heeft eens tegen mij gezegd: As’n Jeude tweihonderd gulden ien buus het en ’n poar sleutels, maint e dat e riek is!”

 

Maar ik eindig hiermee mijn algemene beschouwingen over het helaas zo zwaar beproefde, oude volk en zal in een volgend artikel enkele vooraanstaande Jeudentypen oet ’n Daam schilderen. Om later nog eens prachtige en grappige belevenissen te beschrijven die ik in mijn praktijk als notaris met Joden elders heb beleefd.


Noten, bronnen en referenties:

Noten, bronnen en referenties:

Door Mr. Drs. J.H. Wildervanck de Blécourt, oud notaris te Appingedam.
Velp, 14 Januari 1950 (foto).

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 9 oktober 2024.
Door Mr. drs. Jacob Harmen Wildervanck de Blécourt.
Redigering: René van Rijn, Winschoten.
Ingezonden: Ben van der Laan, Appingedam.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Klik hier om naar het menu ARTIKELS te gaan.
Klik hier om terug te gaan naar de HOMEPAGE.
Top